Trekkracht, minder bij hogere toeren

##Vervroeging Wanneer de motor behoorlijk trekt als je gasgeeft in het toerengebied vanaf 1000rpm tot 3600rpm en bij hogere toerentallen in lagere versnellingen niet doortrekt, kan je denken aan onvoldoende ontstekingsvervroeging. Het opbouwen van een vonk duurt steeds evenveel milliseconden. Naarmate het toerental oploopt moet er dus eerder aan het opbouwen van een vonk begonnen worden, wil die nog ‘op tijd’ overspringen. Daarvoor hebben we de centrifugaal vervroeging en de vacuüm vervroeging. Als die niet goed werken, komen de vonken aan de bougies bij hogere toerentallen steeds minder op tijd. Dat kost trekkracht. In dat geval is het de vraag of de gewrichtjes van de centrifugaal vervroeging mogelijk vervuild zijn en of onvoldoende gesmeerd. De veertjes worden na tientallen jaren ook minder sterk. De vacuüm vervroeging werkt met een dun slangetje vanaf de voet van de carburateur. Met een rubber elleboogje zit het slangetje op een pijpje met een verdikt uiteinde. Controleer het rubbertje op veerkracht, is het niet gescheurd. Is de afdichting hier in orde? Het slangetje mag niet geknikt zijn en moet wel luchtdicht zijn. En dan het balgje aan de stroomverdeler. Is dat niet lek? Je kunt dat controleren door het uiteinde van het slangetje bij de carburateur los te nemen, in je mond te steken en er aan te zuigen. Met de verdelerkap eraf, kan je zien dat bij het zuigen het balgje een ijzeren haakje naar zich toetrekt, waardoor de schijf waarop de contactpunten zitten beweegt tegen de draairichting van de rotor in. Als je –na het zuigen- met je tong het slangetje afdicht, mag het balgje eigenlijk niet –vanzelf- terugkomen. Dan is er een luchtlek wat de werking negatief beïnvloedt.

##Bevroren carburateur Een heel ander verhaal betreft de brandstofvoorziening. De benzine wordt als vloeistof aangevoerd bij de carburateur maar moet als ‘gas’ in de verbrandingskamer beschikbaar komen. Het verdampen van de vloeistof begint al bij de verstuiver in de venturi van de carburateur. Dit verdampen vergt veel caloriën. De nodige warmte wordt onttrokken aan de aangezogen lucht en aan het lichaam van de carburateur. Daarom zetten we de mond van het luchtfilter ’s winters vlak boven het uitlaat spruitstuk. Daarom zijn het inlaat- en het uitlaatspruitstuk gemaakt als één gietstuk. Heeft de Mini een LCB uitlaatspruitstuk, dan hoort daar een afzonderlijk inlaatspruitstuk bij wat aangesloten is op het koelsysteem, om zo voldoende warmte aan te voeren voor de verdamping van de benzine. Wanneer je deze warmtehuishouding niet in orde hebt, gaat dat ten koste van trekkracht bij hogere toertentallen (meer verdamping). Dit kan zover gaan, dat de carburateur bevriest, zeker bij winters weer.